Tijdens de raadsvergadering van woensdagavond diende D66 een motie in naar aanleiding van de brandbrief van de Ondernemersvereniging Gooise Meren (OVGM) over de samenwerking met de gemeente en de wethouder in het bijzonder. De motie werd echter pas vlak vóór aanvang van de vergadering aan raadsleden en college toegestuurd. Dat is niet alleen onwenselijk vanuit het oogpunt van zorgvuldige besluitvorming, het ondermijnt ook het vertrouwen en de ruimte voor inhoudelijke voorbereiding.
Wij Gooise Meren vindt het onfatsoenlijk om op een dergelijk complex en bestuurlijk gevoelig onderwerp de mederaadsleden en het college pas op het laatste moment te confronteren met een dergelijke motie. Bovendien werd de motie en het debat dat daarop volgde door de fractie als prematuur en te gedetailleerd beoordeeld. De vragen richtten zich sterk op de uitvoering en vereisten een mate van feitelijke onderbouwing die op zo’n korte termijn simpelweg niet geleverd kon worden.
Belangrijker nog: de wethouder had in de vorige raadsvergadering al toegezegd in gesprek te gaan met OVGM en de raad terug te koppelen over het vervolgproces. Het is dan logisch en redelijk om hem de gelegenheid te geven dit traject zorgvuldig af te ronden, in plaats van vooruit te lopen op de uitkomsten van dat gesprek. Door bovendien nu al om een integriteitsonderzoek te vragen, sloeg D66 met in haar kielzog de rest van de oppositie de plank volledig mis.
Als fractie hechten wij aan een gedegen, transparant en respectvol proces. Dat betekent ook dat we de tijd nemen voor goede voorbereiding, eerlijke onderbouwing en constructieve samenwerking. Deze motie schoot op al die punten tekort. Daarnaast staan wij vierkant achter onze wethouder Nico Schimmel, die de afgelopen jaren juist grote stappen heeft gezet op het gebied van de lokale economie en doorgaans uitstekend samenwerkt met stakeholders (waaronder de andere ondernemersverenigingen). In die zin zal ook nog maar moeten blijken of de impasse met de OVGM aan de wethouder te wijten is.
